Zomervakantie 2019
Deze vakantie stond voor ons op het programma om de Pyreneeën te bekijken. We waren daar niet meer geweest sinds we met onze vorige Mercedes L206D (als camper ingericht busje) in 2003 een keer een bergetappe van de Tour de France hadden bekeken. We hadden toen bewust een klim bij een col van de 3e categorie uitgezocht, om de karavaan heel langzaam voorbij te kunnen zien trekken. Nu was het de beurt aan onze huidige Mercedes 206D kampeerwagen om te laten zien hoe die de Pyreneeën kon slechten.
Voordat we vertrokken heeft de ‘bus’ nieuwe banden gekregen, die twee banden van elf jaar en twee banden van 6 jaar oud vervingen. Helaas in de maat van de bus 185/80/R15C niet meer als vierseizoenenband verkrijgbaar, maar de Maxxis Vansmart (103/102 8P) zijn als bestelbandbus goed uit de zomerbandentest gekomen. Ook heb ik gelijk goede ventielen laten monteren, die je stevig op de velg kunt aanschroeven.
Op ons gemakje zijn we in een aantal dagen via o.a. de Ardennen, de Champagne, de streek rond de Loire, de Limousin, en de Dordogne gereden. Natuurlijk niet via de grote routes, maar leuk binnendoor over soms de kleinste weggetjes langs pittoreske dorpjes. En dan overnachten op mooie plekjes, soms bij prachtige meertjes.
- Bij een mooi meertje
Zo zijn we naar de Atlantische Pyreneeën gereden, met als doel van west naar oost over de bergpassen te trekken. Vanuit St Jean Pied de Port zijn we eerst via de Col de Bagagui (1.314 m) naar Arrete gereden om te overnachten. De dag daarna waren de hoogste bergpassen aan de beurt: de Col d’Aubisque (1.709 m), de Col du Tourmalet (2.115 m) en de Col d’Aspin (1.489 m).
Gelukkig was het helder weer, zodat we van de mooiste vergezichten konden genieten. Wat een mooie ruige bergen zijn de Pyreneeën!
- Col d'Aubisque
- Col du Tourmalet
Na een overnachting in Arrau trokken we via o.a. de Col de Peyresourde (1.569 m) naar Foix. We sloten de tocht door de Pyreneeën af via de Col de Chiloua (1.450 m), waar we letterlijk ‘in de wolken’ waren. Omdat volgens de weersverwachting de bewolking de verdere dag en daarna zou blijven hangen, hebben we die dag de bergen achter ons gelaten.
- Col de Chiloua
We trokken langs Carcasonne, en die middeleeuwse stad kun je natuurlijk niet zonder bezoekje voorbij trekken. Maar ook buiten het hoogseizoen is het een enorme toeristische trekpleister, en we waren dus beslist niet de enige bezoekers. Zonder de prachtige stad tekort te willen doen, moet ik toch wel eerlijk bekennen dat ik bij een bezoek in een eerdere vakantie de middeleeuwse stad Provins (in de regio Seine et Marne) zeker net zo mooi vond, met iets minder toeristische opsmuk.
Na onze tocht door de Pyreneeën zijn we via de Provence naar de Alpen getrokken. In de Provence hebben we bij Arles het beroemde bruggetje bezocht, dat Vincent van Gogh ooit vereeuwigd heeft. Vanwege goede persoonlijke herinneringen aan een vakantie 37 geleden, wilden we de huidige staat van het bruggetje weer eens bewonderen. Het blijft een fotogeniek plekje, vinden we.
- Bruggetje van Vincent van Gogh, Arles
In de Provence wilden we ook de lavendelvelden zien, maar helaas, door een koud voorjaar daar was de lavendel nog niet in volle bloei. We trokken via de voet van de bekende Mont Ventoux de Alpen in. Niet alleen bergpassen zijn mooi, ook de bergkloven zijn de moeite waard. Zo konden we genieten van o.a. de Gorges de la Méouge. We hebben overnacht in Corps, een prachtig dorp aan de ‘route Napoleon’ tussen Gap en Grenoble. Het dorpje is prachtig gerestaureerd, en ‘s avonds heel mooi verlicht. We bezochten daar een artisanale destilleerderij, waar heerlijke likeur van alpenkruiden wordt gemaakt.
- Mont Ventoux (op achtergrond)
Na een paar dagen in de Alpen zijn we via de Jura richting Vogezen getrokken. Net op een etappedag van een voor ons onbekende wielertocht ‘Tour de Savoie Mont-Blanc’. Een Skoda Citigo reed voorop, met een groot knipperend aankondigingsbord. Daarna een enorme hoeveelheid motormuizen, die alle verkeer de berm in dreef. Wij konden mooi uitwijken op een picknickplaats langs de weg. Na een minuut of vijf kwamen de koplopers voorbij zjoeven, en een aantal minuten later het peloton, voorafgegaan en gevolgd door alle wielerbegeleiders in de grotere Skoda’s, vooral de Superb. Het was net op een punt van een niet zo stijle, maar lange afdaling. Wat een enorme snelheden op die dunne bandjes is dat dan, als zo’n peloton dan voorbij komt, waarbij de wielrenners elkaar ook proberen in te halen. Volgens mij zien ze niets van de prachtige omgeving. Dan tuf ik toch liever rustig met mijn oldtimer langs de mooie wegen, om alles te kunnen bewonderen.
Hoewel de Vogezen wel vaker op ons vakantiemenu voorkomen, is het ook daar telkens weer prachtig. Dit keer trokken we over de ‘Grand Ballon des Vosges’ (1.325 m), en ook daar waren we ‘in de wolken’. De route over de toppen van de Vogezen (route des crêts) is erg mooi, ook al waren de vergezichten dit keer wat minder door laaghangende bewolking.
- Ballon d'Alsace, Vogezen
Na een bezoek aan de Elzas zijn we via de Ardennen weer huiswaarts gegaan. In totaal hebben we met onze oldtimer deze keer 4.053 km gereden, verdeeld over 17 reisdagen is dat gemiddeld nog geen 240 km per dag. Dat is goed te doen, lekker ontspannend. Alleen in Nederland heb ik over de snelwegen gereden, verder alleen binnendoor, zoals eerder gezegd soms over de kleinste weggetjes langs pittoreske dorpjes. Opvallend was dat overal door het hele land veel wegen van nieuw asfalt zijn voorzien. Op sommige plekken duidelijk omdat daar de Tour de France voorbijkomt dit jaar. Maar een Fransman gaf me als reden op dat er daarnaast dit jaar overal nieuwe burgemeestersverkiezingen zijn. Om stemmen te winnen wordt dan diep in de buidel getast om zichtbaar te maken hoe goed de burgemeester voor het dorp zorgt en de hobbels voor een herverkiezing letterlijk worden weggewerkt.
De ‘bus’ heeft zich uitstekend gehouden. Onderweg 1 keer een half litertje olie bijgevuld, en een paar keer wat koelvloeistof aangevuld. Dat laatste is niet meer dan normaal bij een motor met een niet-gesloten koelsysteem. De motortemperatuur is niet boven de 90 graden geweest, ook niet bij de hoogste of steilste bergpassen (15 procent stijging was dit keer de steilste). Die laatste moest even in z'n één, de rest ging op z'n dooie akkertje in de twee, heel soms de drie. En omlaag natuurlijk weer dezelfde versnelling aanhouden om zoveel mogelijk op de motor te remmen. Omdat je dan meestal toch niet op doorgaande wegen rijdt, zit je niemand in de weg. En zo nodig even uitwijken, als daar gelegenheid voor is. En het verbruik blijft zo rond de 1 op 10 schommelen (totaal gemiddeld nu 1 op 10,24 ( 9,77 l/100km).
Het was weer genieten, deze zomer. Ook deze keer weer diverse liefhebbers gesproken, die ook kunnen meegenieten dat het erfgoed nog lekker op de weg gehouden kan worden. Nu mag de bus weer even uitrusten. En kunnen we lekker blijven nagenieten van een heerlijke vakantie.